Verplaatsing.
Kraanvogels verplaatsen is altijd een lastige bezigheid.
Het beste is altijd met z,n tweeën de vogel in een kleinere ruimte te laten lopen of als deze mogelijkheid er niet is in een hoek van de ren en de vogel bij de vleugels vastgrijpen.
Let altijd op hun tenen en hun snavel.
Ik heb bij een collega al eens meegemaakt dat ze met hun vlijmscherpe tenen zelfs door de broek heen sneden en in z,n been een zeer grote wond veroorzaakten.
Ook hun snavel kan gevaarlijk zijn, het zal niet de eerste keer zijn dat een kraanvogel iemand in de ogen pikte.
Een grote kunststof veiligheidsbril kan dan ook een goede oplossing zijn.
Kraanvogels vangen brengt altijd stress met zich mee, het beste is dan ook altijd ‘s morgens zo vroeg mogelijk de kraanvogels op te halen.
Voordelen zijn: ’s morgens is het altijd koeler en bij thuiskomst kun je de vogel op z,n gemak loslaten en kan je de vogel de gehele dag in de gaten houden.
Het transport moet altijd zo snel mogelijk gebeuren.
Kraanvogels vervoer je altijd staand, het is mogelijk om een hoge kartonnen doos te maken met enkele luchtgaten maar bij deze mooie en toch soms zeldzame dure vogels is veiligheid een niet weg te denken factor.
In een kartonnen doos kan de temperatuur vrij snel oplopen en de vogel krijgt het daarin veel te warm, lucht is zeer belangrijk.
Voor kraanvogel vervoer vervaardig je een speciale kist deze moet stevig en licht zijn en je moet hem goed kunnen ventileren.
De kist moet voorzien zijn van een grote schuif aan de zijkant (zie foto) zodat je de vogels alleen maar bij het vangen in de handen hoeft te hebben, bij het loslaten hoef je alleen maar de schuif open te zetten en hij kan er dan rustig uitlopen. (scheelt in de stress)
Zorg altijd voor schoon stro op de bodem.
Eventueel kan men aan de bovenkant van de kist (plafond) een schuimrubber plakken om beschadiging aan de kop van de vogel te voorkomen.
Voor de gemiddelde kraanvogel heb je aan de volgende maten een goede transportkist.
Hoog: 95 cm
Breed: 40 cm
Diep: 80 cm
Nieuwe vogels hebben vooral de eerste dagen rust nodig, laat ze daarom zoveel mogelijk bijkomen van hun reis.
Zorg voor een makkelijke plek voor water en voer het liefst op een plek dat je de ren niet hoeft te betreden.
Eventueel kun je de vogels gelijk een wormkuur geven het liefst door het voer.
Vogels die pas verplaatst zijn, zijn vatbaar voor infecties. Vooral jonge vogels zijn vatbaar, hun afweermechanisme is meestal nog niet ontwikkeld en zullen dus eerder ziek worden.